Het Safari Jacket – ‘van savanne tot stad’.
Wie het safari jacket denkt te kunnen reduceren tot een simpel zomerjasje, vergist zich deerlijk. Zijn oorsprong ligt in de negentiende eeuw, toen Europese kolonisten het meenamen op expedities in Afrika. Want het jasje was praktisch, luchtig, voorzien van zakken groot genoeg om een halve veldkeuken in te verstoppen.
Niet veel later adopteerden ontdekkingsreizigers en avonturiers het stuk. Ernest Hemingway zwierf ermee rond en Roger Moore maakte er in de jaren zeventig een Bond-waardig stijlicoon van. En dan Robert Redford in Out of Africa (1985) – onlangs helaas ons ontvallen. In linnen, vanzelfsprekend, want de savanne vraagt immers om luchtigheid. Zelden wist een kledingstuk zó naadloos de romance van een film en de sfeer van het continent te vangen.
Toch bleef het daar niet bij. In de jaren zestig en zeventig namen de Franse couturiers het safari jacket liefdevol onder handen en brachten het naar de catwalk. Daarmee was het geen militair uniform meer, maar een symbool van casual elegantie dat sindsdien nooit verdwenen is.
En vandaag? Het safari jacket is flexibeler dan ooit. Natuurlijk nog steeds in linnen of katoen, ideaal voor een zwoele zomer. Maar wie zegt dat dit alleen in de tropen thuishoort, kent Harvie nog niet. Wol, flanel, u zegt het maar – zelfs in de gure wintermaanden bewijst dit jasje dat functionaliteit en verfijning een bijzonder gelukkig huwelijk kunnen vormen.
Kortom: waar het safari jacket ooit begon als utilitair legeruniform, is het nu een tijdloze essential die zijn weg vond van savanne naar stad. Een ode aan avontuur, stijl en, eerlijk is eerlijk, een tikje bravoure.
voor 16:00 besteld morgen in huis