"Cocktail parties are where people go to be alone together."
— Truman Capote (1924–1984)
Op de uitnodiging lees je cocktail – en nee, dat is niet een bestelling aan de bar.
Cocktail betekent: feestelijk, chic, maar met een beetje ademruimte en plek voor een individuele styling, if you will. Dus: geen vlinderdassenstress, wél oog voor detail. Denk aan de betere borrel bij de ambassadeur, of een bruiloft waar de champagne rijkelijk vloeit, maar de schoenen geen lak hoeven te zijn. Geen lak betekent echter niet er lak aan hebben.
We beginnen bij het pak. Een donker, goed gesneden pak – bij voorkeur single-breasted – vormt de ruggengraat van het cocktailtenue. Denk aan donkerblauw/navy, antraciet, of heel fijn donkerbruin. Voor de fundamentalist: geen zwart, zeker niet wanneer u op een bruiloft bent.
Geen glans, geen glitters, wél finesse. Een subtiele structuur in de stof mag, een kleine Prince des Galles is leuk, maar moet niet afleiden. Je mag ook een nette pantalon met een colbert/jasje combineren. Dus: het jasje hoeft niet per se deel uit te maken van een driedelig kostuum, maar mag wel. De pasvorm: slank, met een nette schouderlijn. Laat dat onderste knoopje vooral los. (Altijd.)
Daaronder een overhemd – helder wit of lichtblauw. Een kleine streep of blok is een gedurfde zet, en een faux pas is zo gemaakt. Geen prints, geen wilde contrastboorden. De kraag klassiek widespread of cutaway, zodat er ruimte is voor een das – of een open boord, mits de knopen op één hand te tellen zijn. (Nee, drie knopen los is geen look. Tenzij je bardienst draait in St. Tropez.)
De broek? Strak, slank, en zonder poespas. Van oudsher: geen plooi, geen omslag, geen uitlopende pijp. Donker, perfect op maat. Een subtiele chino kan in zeldzame gevallen volstaan, maar een wollen pantalon is de norm. Riem in leer: dun en netjes.
De schoenen zijn zwart of donkerbruin – gepoetst, met veters, klaar. Oxfords, derbies of double monks, afhankelijk van je bravoure en durf. Geen sneakers, geen laarzen, geen ja maar deze zijn van Prada-excuusmodellen. Kousen tot over de kuit. Geen twijfel mogelijk!
Accessoires? Hier mag het iets losser. Een pochet? Graag! Qua kleuren: matchend bij je das of juist contrasterend, maar nóóit exact gelijk. Dit oogt heel goedkoop en getuigt van slechte smaak. Kalibertje: Kiek, 'k heb mie zo’n mooi setje kocht.
Een horloge mag – dun, klassiek, dress, if you will – en aan een leren band. Manchetknopen? Ja, tuurlijk, waarom niet? Maar houd het stijlvol en een tikkeltje ingetogen.
Tot slot: het cocktailkostuum hoort niet uitgezakt op de bank na te zuchten. Hang het op, laat het ademen. Controleer op kreukels, rookgeur, rodewijnschade en krokantes aan de onderkant van de pijpen. Poets je schoenen en laat rusten met schoenspanners.
Zo sta je bij het volgende cocktailfeest weer klaar – soepel, scherp, stijlvol.
Ask us anything!