Business Formal: De kunst van de serieuze indruk
“Do you like Huey Lewis and The News?”
— Patrick Bateman (Christian Bale), American Psycho (2000)
Business formal. Geen modieuze rek-term, geen vrije interpretatie. Dit is de klassieke taal van de boardroom, 'het speelveld van de formele afspraak', die belangrijke presentatie, de sollicitatie bij dat grote kantoor. Geen ruimte voor twijfel: hier heerst de dresscode van discipline.
Het pak
Het absolute hart van business formal is het pak. Donkerblauw of antraciet — altijd effen of voor de flamboyante durfal (én afhankelijk van de gelegenheid) een zeer subtiele ruit of krijtstreep. Single-breasted, twee knopen, slanke snit. Niet te strak, niet te los. Je bent geen model, je bent geen oom op zondag. De pasvorm verraadt alles. Schoudervulling? Ja, maar niet te veel. Anders ben je te imposant en kun jij intimiderend overkomen.
Zwart? Alleen als het écht niet anders kan. Als het al moet in een hoogwaardige stof. Zo onderscheid je het goedkope zwarte pak van de kostbare variant. Maar liever niet tijdens kantooruren — tenzij je een begrafenis leidt of in de advocatuur werkt met een theatrale flair.
Het hemd/shirt.
Wit is de koning onder de shirts. Lichtblauw een eervolle tweede. Fijne streep of discreet ruitje mag, maar wees voorzichtig: het overhemd is niet de plek voor creativiteit. De kraag: klassiek, gespreid, met ruimte voor een das. Altijd gestreken. Geen borstzak. Geen contrastboorden. En – vanzelfsprekend – geen button-downs. Dit is geen casual Friday! Logo’s en labels zijn een taboe. Een hemd met contrasterende kraag á la Michael Douglas in Wall-Street (1987) is een zéér gedurfde 'move'. Maar, het charismatische individu, of geknipte advocaat kan er mee weg komen. Maar oppassen geblazen! Je bent niet aan het cosplayen.
De das
Ja, de das. Niet optioneel. Wel essentieel. Effen, gestreept, regimental, een microprint als je het aandurft. Geen cartoonfiguren, geen platte zijdeglans. Knoop hem netjes — bij voorkeur four-in-hand. Dubbel of enkel — en laat het uiteinde nét de broekband raken. Alles korter is knullig, alles langer is slordig.
De schoenen
Zwart of diep donkerbruin of donkerblauw leer. Oxfords of gesloten derbies. Gepoetst alsof je gehele carrière ervan afhangt. Geen brogues, geen suède, geen persoonlijke interpretaties. En bovenal géén ‘kekke’ prints. Veters gestrikt (en hetzelfde, uiteraard) , zool schoon, en kousen tot over de kuit — zonder patroon, zonder twijfel.
Accessoires
Weinig en subtiel. Een horloge — dun, op leer. Een pochet mag. Graag zelfs maar blijf bescheiden. Manchetknopen? Graag, mits niet opzichtig. Laat de initialen op de manchetten weg. Je naam is bekend. Zo niet, dan werkt je kleding daar wel aan mee.
Algemene regels
Business formal betekent controle. Geen kreukels. Geen rooklucht. Geen openstaande knopen. Je jasje gaat dicht als je staat, open als je zit. Je tas is van leer. Je nagels schoon, geknipt en gevijld. Je haar verzorgd. De houding recht. Gedraag je naar hoe je gekleed bent.
En vooral: géén ruis.
Business formal is als klassieke muziek: strak gecomponeerd, geen ruimte voor improvisatie, maar als het goed wordt uitgevoerd, dan is het groots.
